Heimische Bäume

Geschrieben am 12.04.2021
von Matthias Gehrs

Eik
Sterk en stormbestendig

De kracht van de eik is legendarisch: ze bestaan uit hard houd en zijn bestendig tegen heftig weer. Ook hebben ze diepe en sterk vertakte penwortels. Eikenbomen hebben veel wortels, vergelijkbaar met de hoeveelheid takken die je aan de boom ziet.

Eiken worden tot wel 35 meter hoog en bieden een thuis aan ontelbaar veel dieren. Ze kunnen heel oud worden en kunnen ook slechte bodemomstandigheden doorstaan, al groeien ze dan erg knoestig. Hun vruchten worden eikels genoemd. Deze dienen als voedsel voor wilde dieren.

Beuk
Moeder van het woud

Deze machtige en tot wel 35 meter hoge bomen kunnen ook in de schaduw van andere bomen groeien. Men herkent de beuken aan de gladde, zilvergrijze bast. Het zijn echte natuurlijke krachtcentrales: een 100 jaar oude beuk heeft ongeveer 500.000 bladeren en kweekt per zonnige dag rond 14 kilo druivensuiker en 15 kilo zuurstof. Genoeg voor wel 15 mensen!

Dagelijks verdampt er 500 liter water over de beukenbladeren en bevochtigen de lucht. Daarom is het in de zomer in het beukenbos erg aangenaam. De vruchten van de beuken heten beukennootjes.

Berk
Bescheiden pioniersboom

Als lentekoerier onder de bomen tovert de berk als een van de eerste zijn bladeren tevoorschijn. Je herkent de boom snel aan de wit-zilverachtige bast. De takken zijn dun en hangen vaak naar beneden.

Berken zijn erg bescheiden en planten zich dankzij hun gevleugelde vruchten snel en ver voort. Daarom is de berk een echte pioniersboom: hij verovert als een van de eerste de niet-beboste landschappen. Berken hebben veel boomvocht. Dit schijnt erg gezond te zijn en je kunt zelfs berkensap kopen.

Gewone esdoorn
Licht, edel hout

De gewone esdoorn wordt ook als wel „witte boom“ genoemd. Men herkent hem aan de brede bladeren met de grote kartelingen en de markante, gevleugelde vruchten. De wind blaast deze vruchten als kleine „helikoptertjes“ voort.

De bast is glad en bruingrijs, bij oude bomen lichtbruin en schubbend. Het hout is bijna wit en wordt vaak voor de meubelbouw gebruikt. De bomen zijn erg rijk aan sap en het boomsap wordt verwerkt tot bijvoorbeeld ahornsiroop. Na een vervelende insectenbeet helpen de verkoelende esdoornbladeren.

Haagbeuk
Hard hout en heel bruikbaar

Het is „de goede dienares" onder de plaatselijke loofbomen. De beuk is te herkennen aan zijn kromme, sterk gegroefde stam en de eivormige, getande bladeren. Het licht verrotbare loof verbetert de bodemkwaliteit. Omdat haagbeuken goed tegen snoeibeurten kunnen, zijn het populaire hegplanten in veel tuinen. Het hout is bijzonder hard en heeft de haagbeuk de bijnaam „ijzerboom" geschonken. De hakblokken van de slager, timmergereedschap en pianomechanieken bestaan uit het hout van de haagbeuk.

Wilde lijsterbes
Lieveling onder de vogels

Voor meer dan 60 vogelsoorten zijn de rode vruchten van de wilde lijsterbes belangrijk voedsel voor de winter. Vandaar ook de bijnaam „vogelbes“. De vruchten zien er dan wel uit als bessen, maar horen botanisch gezien tot de appelsoort.

De bestendige wilde lijsterbes wordt tot 15 meter hoog. De wortelen reiken diep en vormen naar boven groeiend opslag, waaruit nieuwe spruiten zich kunnen ontwikkelen. Dat maakt de lijsterbes tot de ideale bodembeschermende bomen.

Wilg
Buigzaam en snel groeiend

Er zijn ongeveer 350 verschillende soorten wilgen. Ze groeien als bomen of als struiken. De rechtopstaande bloesems kondigen de lente al snel aan en zijn bekend als katjes. In het begin zijn ze satijnzacht, als ze bloeien zijn ze geel. In het voorjaar zijn ze een van de eerste voedselbronnen voor insecten en bijen.

Wilgen zijn makkelijk te onderhouden, ze verdragen een snoeibeurt goed en groeien bijzonder snel. De buigzame „wilgengarden“ zijn daarom ook het traditionele vlechtmateriaal voor manden.

Linde
Cultureel beduidende drachtplanten

Linden kunnen zeer oud worden: een aantal bekende bomen leefden tot wel 1000 jaar. Ze worden 30 tot 40 meter hoog. Vroeger diende elk marktplein een lindeboom te hebben: onder de kruin werd hof gehouden en feest gevierd.

Linden herkent men aan de hartvormige bladeren en de kogelvormige, rond een centimeter grote vruchten. De bast is gebarsten en de nectarachtige bloesems ruiken intensief. Linden zijn een belangrijke bijenweide – de imker maakt er lindebloesemhoning van.

Elzenboom
Specialist langs het water

Deze bomen groeien snel, worden tot 30 meter hoog en hebben veel licht nodig. Elzenbomen zijn bovendien de enige loofbomen die knolletjes, die lijken op dennenappels, dragen.

Ze staan vaak vlak langs het water, wat tot een aantal voordelen heeft geleid: de elzenbomen doorstaan overstromingen beter dan andere bomen omdat ze via de kurkporiën op de stam kunnen ademen. Bovendien beschikken de zaden over een oliehoudend laagje. Hierdoor kunnen ze langere afstanden over het water afleggen en op andere plekken aangroeien.