SUCCESSIE – het veranderende natuurlandschap
Successie beschrijft de natuurlijke ontwikkeling van de dieren- en plantenwereld in de loop der tijd. Op een kale bodem ontkiemen er plotseling planten – ook zonder zaaien. De zaadjes van deze pioniersplanten lagen al in de grond of zijn aangestoven. Steeds meer moeten de eerste planten wijken voor nieuwe planten die beter aan de omgeving zijn aangepast. Zo ontwikkelt er zich een typische vegetatie.
Ooit een akker, nu beschermde natuur
De vlaktes rondom de Kapellenmoorgraben dienden vroeger als akkers en weiden. Tussen 2004 en 2007 werd het 44 ha grote gebied in het laaggelegen gedeelte van de Kapellenmoorgraben in het kader van de ruilverkaveling „Niederlangen A31“ hervormd ter bescherming van de natuur:
- verandering van beeklopen
- aanleg van stille wateren
- afgraven van de voedingsrijke bovenste bodemlaag
- gedeeltelijke beweiding door schapen en runderen
Ongeveer 26 hectare zijn nu successievlaktes en natuurlandschap.
DOEL! Soortenrijk leefgebied
Het laaggelegen gedeelte van de Kapellenmoorgraben moet langdurig beschermd worden als soortenrijk, open leefgebied, wat voor de Kappellenmoorgraven als gras- en plantenbodem typerend is. Regelmatige verzorgingsmaatregelen en extensieve beweiding verhinderen overmatige groei van berken en Amerikaanse vogelkers.
Typische planten en dieren
Er ontwikkelt zich een waardevolle leefomgeving voor planten en dieren, die op de nabijgelegen intensief bewerkte akkers geen plek vinden. Typische bewoners van de open groene vlaktes zijn sprinkhanen, libellen, vlinders en weidevogels zoals de kievit, de wulp, de grutto en de tureluur. Typische planten zijn kruiden en grassen zoals bijvoorbeeld de distel, de gestreepte witbol en sint-janskruid.
Wees een natuur-checker
Sint-janskruid is een bekende geneeskrachtige plant, die gebruikt wordt in geval van onrust en depressies. Bij het fijnwrijven van de bloesem kleurt de sint-janskruidolie de handen rood.
